vrijdag 31 mei 2019

Her voetbal in mijn leven

Vroeger thuis werd er door ons kinderen gezwegen op zondagmiddag tussen twee en zes. Het sportprogramma op de radio werd dan beluisterd. Mijn vader wilde dat graag in zijn geheel horen maar wij speelden (niet altijd even rustig) in de kamer tijdens de uitzending. Dat gaf nogal eens rumoer dus werden wij, zodra het weertechnisch kon, naar buiten gestuurd.
Toen ik verkering kreeg, bleek mijn toekomstige schoonfamilie zeer voetbalminnend te zijn en ik heb dus vele wedstrijden uitgezeten in het ‘circustheater’  voor de televisie. “Wanneer de favoriete club verliest, heedt de schillenboer een goeie dag” was de uitspraak. Mijn schoonmoeder zat graag te breien tijdens de wedstrijden en breide van spanning vaak rugpanden die met gemak het paard van de eerdergenoemde schillenboer hadden kunnen bedekken. Ze moest die later dan grotendeels uithalen om er weer een mensenmaat van te kunnen maken.
Even het theater uitleggen. De televisie stond op een prominente plaats in de huiskamer en de fauteuils stonden daar pontificaal voor. De eetkamerstoelen werden daarachter gezet en zo kon je eerste rang of tweede rang zitten. Ik zat meestal daar weer achter op de bank te lezen en keek alleen wanneer iedereen juichte.
Toch ben ik met die man getrouwd en ik kreeg het voetbal mee. In goede en slechte tijden zoals dat heet, dus waren de zondagse maaltijden òf zeer vreugdevol als de club had gewonnen, òf nogal chagrijnig bij verlies. In latere tijden werden de wedstrijden ook op dinsdag, woensdag en donderdag gespeeld of op welke andere dag de week dan ook telde en hield ik het niet meer bij. Gelukkig verdween de grootste gekte voor het voetbal langzamerhand. Je wordt wat ouder en je raakt denk ik gewend aan een club die op en neer gaat in rangorde.
Toch kwam er een videoapparaat om wedstrijden op te nemen die door het werk niet gezien konden worden en vervolgens werden deze vooral ’s nachts genoten terwijl ik lekker in mijn bedje lag en er niet mee werd lastig gevallen.
De finale voor grote bekers, oké die wilde ik nog wel meekijken. Spannend ook wel omdat het dat om het ‘eggie’ ging. Ook het kijken in de kroeg bij dat soort wedstrijden was apart, omdat je door de kijkers te bekijken jezelf tijdens een wedstrijd vermaakte met de toeschouwers.
Na een kwart eeuw leven met die man en voetbal was dat van de ene op de andere dag over toen hij vertrok. Hem heb ik nog weleens, maar het voetbal heb ik nooit gemist. Wat kun je veel doen wanneer je niet naar wedstrijden moet kijken. Zoveel andere programma’s te genieten. De krant bracht me wel op de hoogte van de standen en meer was niet nodig om mee te kunnen praten. Er waren net zoveel trainers en scheidsrechters in Nederland als het aantal mannelijke (en vrouwelijke) liefhebbers natuurlijk zodat je niet meer hoeft te doen dan wat instemmend hummen en knikken wanneer het over voetbal ging. De anderhalve decennia dat ik alleen was, vulde ik alle voetbalmomenten vooral met wat ik leuk vond en dat was zeker geen voetbal. Alleen de finales, die bleef ik kijken in een kroeg of met vrienden vanwege de sfeer die daar omheen hing.
De strikvraag was natuurlijk: kende ik de spelregels. Het antwoord was dat ik die in de loop der jaren aardig onder de knie had gekregen. Een goed geheugen hielp daarbij ook. Toch moest ik ergens wat met voetballen hebben.
Na jaren kwam ik de liefde van mijn oudere leven tegen en ja hoor, weer een voetballiefhebber.
Waarom dat liefhebben altijd passief was, wist ik niet. Ik zou zeggen als je ervan houd ga je het doen. Maar dat terzijde.
De moderne kabelaansluiting gaf 24/7 wel ergens een voetbalwedstrijd, tot mijn grote verdriet overigens. Er zijn gelukkig afspraken over te maken, maar blijkbaar zijn er wedstrijden die je niet mag missen, ook al kun je er bij gebrek aan werk, want gepensioneerd, niet meer bij de koffie over praten. Wat prettig dat het gezellig was om bij een vriend te kijken zodat ik af en toe een avond de televisie voor mezelf had. Overigens kon ik ook televisie kijken op mijn kamer, dat doe ik frequent, maar het zat in de woonkamer toch wat lekkerder.
Ooit ben ik uiteindelijk omgepraat en ik moest en zou mee naar een wedstrijd in het stadion. Het was geen belangrijke wedstrijd, het ging om het proeven van de sfeer. Nou dat heb ik geweten. Een uur van tevoren gingen we al naar binnen en daar zat je dan. Geen verwarming in zo’n stadion, dus koud. Veel gepraat door speakers, volstrekt onverstaanbaar, maar mijn maatje wist blijkbaar alles te verstaan. Ik dacht dat het door de herhaling kwam, er werd waarschijnlijk veel hetzelfde verteld.
Het geheel deed me denken aan een cabaretliedje van lang geleden. Louis Davids zong in 1933 een liedje: ‘De voetbalmatch’. Daar kwamen zinnen in voor die nu bij me boven kwamen:
“Twintig knullen in d’r Jansen en Tilanus liepen los in het midden op een grasveld rond”

Nou koukleumen waren het tegenwoordig wel, met damesmaillots aan en lange mouwen onder hun shirts uit. Verder zag ik veel vreemde haardrachten en tattoo’s. Het uiterlijk van die knullen was niet om over naar huis te schrijven. Gelukkig zag ik het vanwege de afstand niet zo goed als op de buis thuis.

“Na een kwartiertje werd de wedstrijd reuze spannend,
En de hele klit krioelde op de grond.
Jan riep: “Corner, dat is een doodschop om een hoekie,’
En toen kwam er een invalide van het front.
Ik zeg: ‘Tjesses Jan, er vallen toch geen dooien?”

Ook hier, voor mijn neus, vond ik er weinig van. Het was langdradig want er gebeurde meestal helemaal niets. Waar je in een samenvatting nog enig tempo bespeurde, was die in het echt ver te zoeken. Voor het lezen van een boek was het echter weer te onrustig en zo zat ik mij min of meer te vervelen wanneer er zelfs in het publiek weinig gebeurde. Het publiek was eigenlijk vaak de het enige wat de moeite waard was om naar te kijken, maar ook daarvoor waren de camera en de televisie veel makkelijker.

Al met al is voetbal echt niet aan mij besteed. Ik houd veel van mijn voetbalminnaar, maar niet van voetbal. Als ik die twee nou maar gescheiden houd, gaat het met ons allebei helemaal goed.

©Hannie Stork



woensdag 29 mei 2019

't Hoge Nest'

41#2019
Twee verhalen die met elkaar zijn verbonden door het huis.
Je begint eraan met het idee dat het weer zo'n verhaal over de oorlog is, maar de combinatie en het uitzoekwerk dat hiervoor is verricht plus het inlevingsvermogen van de schrijfster maken het tot een memorabel boek. Met name het verhaal na de transportatie is indringend, zelden zo goed beschreven en, gelukkig, ook met deze keer een 'happy' end.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bestieren twee joodse zussen - Janny en Lien Brilleslijper - een van de grootste onderduikadressen in Nederland: 't Hooge Nest, een villa in 't Gooi. Terwijl de laatste joden in Nederland worden opgejaagd gaat het leven van enkele tientallen onderduikers zo goed en kwaad als het ging door, pal onder de neus van NSB-buren en nazikopstukken. Toch wordt het Nest verraden en de familie Brilleslijper belandt met het laatste transport in Auschwitz, samen met de familie Frank. 't Hooge Nest is een verhaal over moed, verraad en menselijkheid in barbaarse tijden, en brengt een ongekende geschiedenis met kracht tot leven.

Van Iperen woont met haar familie in villa 't Hooge Nest in 't Gooi. Ze ontdekte dat haar woonhuis tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gefunctioneerd als een onderduikvilla, van waaruit twee Joodse zusjes daadwerkelijk actie ondernamen tegen de bezetter en dat pal onder de neus van NSB-buren en nazikopstukken. 't Hooge Nest werd daardoor een symbool van verzet. Van Iperen beschrijft het waargebeurde verhaal van de twee zussen Brilleslijper en hun familieleden en zij doet dat zodanig dat de lezer zeer indringend verslag wordt gedaan van hoe de bezetter de Endlösung in Nederland implementeerde. 't Hooge Nest groeide uit tot een van de grootste onderduikadressen van Nederland en laat goed zien dat ook Joden zich daadwerkelijk hebben verzet. Uiteindelijk werden ook zij verraden en door de Jodenjagers van de Colonne Henneicke aan de Duitsers overgedragen. Met het allerlaatste transport uit Westerbork werden ze naar Auschwitz getransporteerd.

zondag 26 mei 2019

'Allen die gestorven zijn'

40#2019
Ake Edwardson
Een typisch Zweedse misdaadroman met een goed verteld verhaal, een spannend plot en met veel aandacht voor sociale problemen en verhoudingen, voor de omgeving en voor de menselijke kant van de zaak. Soms lijkt het alleen maar over de personen te gaan. Naarmate het verhaal vordert wordt steeds meer duidelijk hoe het verleden en de persoonlijkheid van Jonathan Wide met zijn bovenmatige drankgebruik een belangrijke rol spelen. Sommige verbanden gaan zelfs terug tot de Tweede Wereldoorlog in Denemarken. Volgens mij speelt dit in de jaren 90-tig. Wordt wat moe van de stijl van dit boek, warrig in mijn ogen.

Het is midzomer in Göteborg en snikheet zoals de stad nog nooit heeft meegemaakt. Iedereen is rusteloos, mensen wachten ongeduldig op de schemering en de koelte van de korte nacht. Voor één man komt die nacht nooit: hij wordt dood gevonden op een parkbankje, zijn rug doorstoken met een mes. De vermoorde man blijkt drugshandelaar zijn geweest. Zijn overlijden ontketent een reeks van gebeurtenissen. Wanneer ook privédetective Jonathan Wide, een complexe persoonlijkheid met alcoholproblemen, in zijn eigen huis wordt aangevallen, wordt die vervolgens bij het onderzoek betrokken. Wide was namelijk zelf ooit politieman, maar werd gedwongen die carrière te onderbreken. Nu moet hij samenwerken met commissaris Sten Ard, een man die veel meer dan hij in harmonie met het leven is. De zaak blijkt wortels te hebben in de Tweede Wereldoorlog, en algauw worden Wide en Ard geconfronteerd met mensen en gebeurtenissen uit een duister verleden – van hun land, maar ook van henzelf.


donderdag 23 mei 2019

Walvisvaart


Walvisvaart

Hij, de boerenzoon had er genoeg van. ’s Morgens uitgehongerd het veld in met twee plakken snijdpap* en de boodschap daar veldsla bij te plukken en te eten. Hij had er genoeg van om te koud gekleed in mist en kou tussen de kleine weides te varen in een vlet om de koeien te melken of te verplaatsen. Toen hij zeventien was pakte hij zijn schaarse bezittingen, groette zijn ouders en monsterde aan op een schip.
Gerrit Hendrikzoon uit Krommenie ging op walvisvaart. Avontuur èn geld verdienen. Het was 1645 en het viel hem niet mee. Het leven aan boord was hard. Het speksnijden en zouten, het koken van de traan en de stank daarvan. De kost was niet veel anders dan thuis, alleen de verdienste was beter. Opnieuw aanmonsteren dat ging hij. Geen boeren meer voor hem, maar varen. Het volgende seizoen ging hij weer mee. Gerrit was walvisvaarder.

Hij voer op Spitsbergen naar de nederzetting Smeerenburg waar in de zomer grote hoeveelheden Groenlandse walvissen tot traan werden verwerkt.  De Noordsche Compagnie had daar het alleenrecht in de eerste helft van de 17e eeuw. Toen dat alleenrecht verviel en iedereen op walvisjacht kon gaan werden de schepen ook uitgerust vanuit het Zaanse, onder andere vanuit Krommeniedijk.
Daar staat nog steeds een kleine kerk en daar hangt een votiefscheepje. Een beetje ongewoon in een protestantse kerk. De scheepvaart en speciaal de walvisvaart waren echter vol risico en gevaar en konden wel wat zegen gebruiken.
De schepen voor de walvisvaart moesten een breed dek hebben op te werken. Er werden fluitschepen gebruikt, een schip met een brede buik en een smal dek of bootschepen, grof maar breed om op te werken. Een fluitschip voer sneller naar huis en dat werd belangrijker toen de traan verwerkt ging worden aan de wal in de Zaanstreek. Die traankokerijen werden ook wel “stinkerijen” genoemd. De industrie rond de walvisvaart werd steeds uitgebreider met zeildoekweverijen, bakkerijen voor scheepsbeschuit en alles wat maar nodig was aan boord.

Na een aantal seizoenen kwam Gerrit verweerd en moe terug in Krommenie, maar hij had voldoende verdiend om in een zeildoekweverij te kunnen investeren en werd zo onderdeel van de industrie in de Zaanstreek. Hij stichtte een gezin en als we zijn patroniem** zouden weten was goed na te kijken of de familie nog steeds in de Zaanstreek woont.

*   afgekoelde stijve pap is snijdbaar
** achternaam

©Hannie Stork

maandag 20 mei 2019

'Het buitenhuis'

39#2019
Katie Fforde voor mij een onbekende. Zij blijkt prettige feelgood romans te schrijven. Dit is er een van. Fran, een kok uit Londen, arriveert in Gloucestershire om daar een boerderij van haar verre verwante, tante Amy, te runnen. Amy is heel oud en ze is van plan om de boerderij aan Fran na te laten als zij zes maanden lang goed presteert. Fran ziet dit voorstel als een welkome kans om haar leven te veranderen en ze is erg enthousiast. Ze maakt kennis met de werknemers en de buren, onderzoekt het grondgebied, observeert de koeien en gaat voortvarend aan de slag. Net als alles begint te draaien, verschijnt er een concurrent uit Australië die de boerderij wil overnemen. Het wordt een spannende strijd. Het verhaal wordt chronologisch gepresenteerd vanuit hij/zij perspectief en de lezer kijkt vooral door de ogen van Fran. Zij mist kennis van het functioneren van een boerderij. De lezer steekt hier veel van op aan de hand van informatieve gesprekken. Deze ongecompliceerde feelgoodroman laat op een levendige manier zien hoe een passie een zakelijk succes wordt.

vrijdag 17 mei 2019

'Dodelijke conclusies'

38#2019
Ik ben de tel kwijt van het aantal boeken over Brunetti. Ze lijken op elkaar, zijn toch net even verschillend en prettig snel leesbaar, zonder veel indruk na te laten. Dit is de twintigste 2001 waarvan ik mij niet kon herinneren deze al gelezen te hebben.

Commissario Brunetti wordt laat op de avond van een uitgebreide maaltijd weggeroepen omdat het lichaam van een vrouw is gevonden. Ze lijkt aan een hartaanval gestorven te zijn, maar na gesprekken met buren en familie vermoedt Brunetti dat er meer aan de hand is.
Met de hulp van inspecteur Vianello en de altijd scherpzinnige Signora Elettra gaat hij op onderzoek uit. De overleden vrouw blijkt onderdak geboden te hebben aan mishandelde vrouwen. Heeft een van hun gewelddadige mannen wraak op haar genomen? Of heeft de verdwijning van een paar zeer kostbare tekeningen ermee te maken? Brunetti probeert de tekeningen op te sporen, maar vrijwel iedereen die ze in handen heeft gehad is dood.

woensdag 15 mei 2019

'Het meisje op de rotsen'

37#2019
Lucinda Riley blijkt altijd pakkende boeken te schrijven. De lijnen gaan van nu naar vroeger en van links naar rechts om samen te komen op een prettige manier. Zo ook in dit boek.

Twee families voor altijd verbonden door een noodlottig besluit Grania Ryan is na tien jaar New York terug in haar geboortedorp in Ierland. Tijdens een wandeling langs de rotskust ontmoet ze de achtjarige Aurora. Grania ontdekt dat hun families met elkaar verweven zijn door één enkele wanhoopsdaad een eeuw geleden. Dit is het verhaal van een gedoemde liefde tijdens de oorlog, een relatie onder vuur in hedendaags New York, en het verhaal van Aurora, die als enige de band tussen de twee families kan herstellen - als ze daarvoor kiest...


dinsdag 14 mei 2019

In het donker...


Hij klom door het luik naar beneden en naar binnen. Het was pikkedonker. Gelukkig had hij een mijnwerkerslamp op zijn hoofd aan een elastieken band.
Stommelend bereikte hij de trap en liep naar boven. Alle ramen en deuren waren of van buiten of van binnen met planken gebarricadeerd op wat spleetjes zonlicht na.
In de grote ruimte waar hij was terechtgekomen zat een groot dakraam wat de hele ruimte van licht voorzag. Hij zette zijn apparatuur neer en ging aan het werk. Licht meten, kleur bepalen, plaats bepalen en nadenken over het middelpunt.
In deze ruimte was zo te zien sinds de afsluiting ruim 30 jaar geleden niemand meer geweest. Hij was de eerste die voetstappen maakte in het stof op de prachtige parketvloer. Stofrag hing vanaf het plafond naar beneden in de hoge ruimte. De hoge lampen leken door ijle draden aan elkaar verbonden. De brede traptreden nodigden uit om naar de andere etages te gaan.
Het vastleggen met zijn toestel was daarna eenvoudig, hij bewerkte de beelden daarna uitvoerig om eenheid in kleur en sfeer te bereiken.
Hij was totaal gelukkig, bezig met urbex fotografie, het vastleggen van verlaten ruimten waar je meestal niet mag komen.

zondag 12 mei 2019

'De President'


36#2019
Gregg Hurwitz heeft al eerder over dit 'project' geschreven. Het duurde even voordat ik de hoofdpersoon herkende. Daarna wordt je door een verhaal gezwiept dat volstrekt ongeloofwaardig als gewelddadig is, maar je toch door laat lezen. Spanning met een vleugje altruïsme van de hoofdpersoon werkt goed.

Het Orphan-project was in een ver verleden opgezet om de beste geheim agenten op te leiden die de Verenigde Staten ooit hebben gehad. Nu is echter op het allerhoogste niveau besloten om alle Orphans uit de weg te ruimen. Maar Evan Smoak – Orphan X – besluit terug te slaan. Zijn doelwit is niemand minder dan de man die destijds aan de wieg stond van het programma en die nu de best beveiligde persoon ter wereld is: de president van de Verenigde Staten.

Maar president Bennett weet dat Evan het op hem heeft voorzien en zet de tegenaanval in. Hij activeert de enige figuur die de kwaliteiten en ervaring heeft om Evan op te sporen en voorgoed uit te schakelen: de eerste rekruut van het programma, Orphan A.

donderdag 9 mei 2019

'Het weesmeisje'

35#2019
In het verleden heb ik een kleine verzameling Courths Mahler gehad en die 'keukenmeidenromans'
graag gelezen. Dit is een moderne Courths Mahler, alles wat zo'n roman moet hebben zit erin.
Het geheel is 'modern' geschreven en naar de 21ste eeuw gehaald, maar de basis is nog hetzelfde.
Weinig verrassend, ik had gehoopt op een ander einde, maar het leest makkelijk weg.

Augsburg, 1913. Het jonge weesmeisje Marie voegt zich als keukenmeid bij het personeel van het imposante landhuis van de familie Melzer, die in de textiel hun fortuin hebben verdiend. Tussen de hardwerkende bedienden probeert Marie haar plek te vinden. Katharina, de mooie, jongste dochter van de Melzers, bereidt zich op datzelfde moment voor op het balseizoen. Eindelijk zal ze aan de buitenwereld worden voorgesteld. Haar broer Paul, de erfgenaam van de familie, lijkt zich afzijdig te houden en geeft de voorkeur aan zijn studentenleven in München... totdat hij Marie ontmoet.
Het weesmeisje is een heerlijke reis naar een prachtige villa uit de vorige eeuw, waar tussen de keurig gedekte tafels en de chic geklede dames liefdes, intriges en geheimen broeien.

Een rijke textielfamilie in Duitsland vlak voor de Eerste Wereldoorlog: vader, moeder, zoon, twee dochters en het personeel, in een prachtige villa vlakbij de fabriek, en een nieuw keukenmeisje uit het weeshuis. Allemaal hebben ze hun verhaal, sommigen een geheim. De afkomst van het weesmeisje, de liefdesperikelen van de dochters en het leven in een grote textielfabriek spelen een grote rol en worden goed uitgewerkt; de personen zijn geloofwaardig. Het resultaat is een op zich simpele roman over de verschillen tussen de rijkere klasse en de armere klasse, die echter zo vlot is geschreven en met zo veel goede details dat hij tot het eind de aandacht vasthoudt.

woensdag 8 mei 2019

Thuiskomen


Thuiskomen

Stommelend liep hij de trap op. Het was half zes. Vijf dagen in de week liep hij om half zes de trap op. Trok zijn jas uit en hing die in de gang aan de kapstok. Het huis was dan stil. Vrouw en kinderen wisten dat ze stil moesten zijn. Zijn vrouw maakte geluiden in de keuken waar zij met het eten bezig was, maar zei alleen tegen hem “Wil je thee”.
Vijf dagen in de week stelde zij om half zes deze vraag en bromde hij “Ja”.
Dan liep hij de kamer in, bromde tegen een van de kinderen ‘eruit’ als er nog iemand in zijn stoel zat en ging zitten. Trok zijn schoenen uit en zette deze zuchtend naast zijn stoel en pakte vanaf de andere kant zijn haren pantoffels en deed deze aan.
Hij zuchtte nogmaals en greep naar de krant die al klaar lag. Daar zat hij dan achter
wanneer de thee kwam en hij ‘dank je’ bromde.
Alles in huis hield de adem in totdat er tafel werd gedekt. Dan was hij voldoende van zijn werk losgekomen om gepraat, geklets en gegiechel van de kinderen te kunnen verdragen.

dinsdag 7 mei 2019

'De ideale bruid'

34#2019
Lekkah, voor mooi weer buiten.
Michael Anstruther-Wetherby heeft alles mee om een machtig man te worden in het Engelse parlement. Hij is van adellijke afkomst, enorm charmant, en heeft invloedrijke connecties. Het enige belangrijke aspect dat nog aan zijn succesvolle toekomst ontbreekt is, de juiste echtgenote. Michael heeft zijn zinnen gezet op de schuchtere, negentienjarige Elizabeth. Zij moet zijn ideale bruid worden. Maar hij vindt een formidabele tegenstandster op zijn pad: Caroline Sutcliffe, de eigengereide tante van het meisje, die weet dat haar nicht verliefd is op een ander. Caroline heeft al een ongelukkig huwelijk achter de rug en wil beslist niet dat Elizabeth hetzelfde overkomt. Zij zal die mooie Michael wel eens even aanpakken.

Hij krijgt belangstelling voor Caro, jonge weduwe van een ambassadeur, die een uitstekende gastvrouw is. Ze wil echter niet hertrouwen. Dit zelfstandig te lezen deel van de populaire Cynster-romanserie* van de Australische auteur valt op door de uitstekende opbouw, de goede detectivesubplot en grote vaart, die de roman heel prettig leesbaar maken.

maandag 6 mei 2019

'Façade'

33#2019
Hij leek zo aardig.
Dat je hem ontmoette, was toeval.
Of niet?
Twee jaar na haar pijnlijke scheiding komt jonge moeder Iris van der Steen eindelijk aan vakantie toe. Een roadtrip dwars door snikheet Europa met oldtimer Toet, en stapels cassettebandjes uit haar jeugd, moet haar dichter bij zichzelf en bij haar reislustige moeder in Portugal brengen. Wanneer ze de knappe, charismatische sportinstructeur Mischa de Jong laat instappen lijkt de reis een romantische wending te nemen.
Maar Mischa is niet wie hij zegt te zijn.
Façade is Verhoefs meest beklemmende thriller ooit; je doet geen oog meer dicht.

Eindelijk heeft oermoeder Iris van der Steen even tijd voor haar zelf, wanneer haar zoontje Levi met zijn vader op vakantie gaat. Tijd voor zichzelf, want het is lang geleden dat het echt alleen om Iris heeft gedraaid. Zij reist af in haar moeders oude Defender, genaamd ‘Passepartout’. Vier dagen reizen via de toeristische route naar het dorpje in Portugal, waar haar moeder en haar vriend Philippe wonen. Bij ‘toeval’ komt ze via een ongelukkige botsing een leuke man uit de sportschool tegen, Mischa de Jong. Hij is liftend op weg naar Frankrijk, vanuit haar schuldgevoel neemt ze hem mee. Samen met Mischa lijkt de reis een stuk aangenamer te worden. Maar bestaat toeval eigenlijk wel, en wat is eigenlijk aangenaam?

zaterdag 4 mei 2019

'Betoverend weerzien'

32#2019
Zo'n boekje dat je altijd kunt wegleggen, maakt niet uit, het loopt ook altijd goed af. Daarom tussendoor erg plezierig.

Sommigen zeggen dat het is omdat ze zo vurig zijn en vastberaden. Anderen beweren dat het hun verleidingskunsten zijn. Maar eigenlijk maakt het niets uit wat Griekse mannen zo sexy maakt. Ze zíjn het gewoon. Drie jaar geleden zag Natalie hem voor het laatst. Toen lag ze bij Christo in zijn bed... en wees hij haar meedogenloos af. Nu staat ze opnieuw oog in oog met hem. Natuurlijk is ze hem nooit vergeten - alleen al niet vanwege die vernederende ervaring. Maar tot haar ontzetting voelt ze zich óók nog steeds tot hem aangetrokken. En dat lijkt nu wederzijds...

Deeltje ('Passie') uit een reeks romantische pockets van Engelse oorsprong. Klassieke liefdesverhalen waarin een man en een vrouw elkaar ontmoeten, een van beiden bedenkingen heeft tegen een relatie, een of meer misverstanden uit de wereld geholpen worden, ze samen toch een stel worden en gelukkig verder leven. De moraal is weinig conventioneel. Romantische, luchtige verhalen met een vrijmoediger aanpak van de lichamelijke liefde.

donderdag 2 mei 2019

Ademloos

Het was niet vandaag en ook niet gisteren, maar eens stond ik ademloos op 5300 meter op de flank van de Chacaltaya, hoog boven La Paz in Bolivia. Ademloos door het uitzicht, ademloos ook vanwege het gebrek aan zuurstof, geboeid door een aan de berg hangende hut, die werd uitgebaat door een wat verdwaalde Oostenrijker. Onwezenlijk in de sneeuw met onvoldoende adem om een paar meter omhoog te kunnen lopen.
Het was daar dat ik op reis het meest adembenemende toilet meemaakte. In een stal bij wat lama’s was een hokje met stro, het was de bedoeling dat mensen en lama’s daar hun behoeften deden. Onaards ook om daarna naar beneden te lopen, voor het vervoer uit, terwijl de wind en de hoge wolken op deze knisperheldere dag van achter laag over je hoofd hoorbaar naar voren schuiven. In de diepte meren, niet in te schatten hoe groot door de afstand, met prachtige diepe kleuren door de mineralen in het water.

'Het kleedje voor Hitler'

92#2024 Het kleedje voor Hitler - Bas van Benda-Beckmann De Libris geschiedenis prijs 2024 is voor dit boek. Ten tijde van de prijsuitreikin...