Hij klom door het luik naar beneden en naar binnen. Het was pikkedonker. Gelukkig had hij een mijnwerkerslamp op zijn hoofd aan een elastieken band.
Stommelend bereikte hij de trap en liep naar boven. Alle ramen en deuren waren of van buiten of van binnen met planken gebarricadeerd op wat spleetjes zonlicht na.
In de grote ruimte waar hij was terechtgekomen zat een groot dakraam wat de hele ruimte van licht voorzag. Hij zette zijn apparatuur neer en ging aan het werk. Licht meten, kleur bepalen, plaats bepalen en nadenken over het middelpunt.
In deze ruimte was zo te zien sinds de afsluiting ruim 30 jaar geleden niemand meer geweest. Hij was de eerste die voetstappen maakte in het stof op de prachtige parketvloer. Stofrag hing vanaf het plafond naar beneden in de hoge ruimte. De hoge lampen leken door ijle draden aan elkaar verbonden. De brede traptreden nodigden uit om naar de andere etages te gaan.
Het vastleggen met zijn toestel was daarna eenvoudig, hij bewerkte de beelden daarna uitvoerig om eenheid in kleur en sfeer te bereiken.
Hij was totaal gelukkig, bezig met urbex fotografie, het vastleggen van verlaten ruimten waar je meestal niet mag komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten