Thuiskomen
Stommelend liep hij de trap op. Het was half zes. Vijf dagen in de week liep hij om half zes de trap op. Trok zijn jas uit en hing die in de gang aan de kapstok. Het huis was dan stil. Vrouw en kinderen wisten dat ze stil moesten zijn. Zijn vrouw maakte geluiden in de keuken waar zij met het eten bezig was, maar zei alleen tegen hem “Wil je thee”.
Vijf dagen in de week stelde zij om half zes deze vraag en bromde hij “Ja”.
Dan liep hij de kamer in, bromde tegen een van de kinderen ‘eruit’ als er nog iemand in zijn stoel zat en ging zitten. Trok zijn schoenen uit en zette deze zuchtend naast zijn stoel en pakte vanaf de andere kant zijn haren pantoffels en deed deze aan.
Hij zuchtte nogmaals en greep naar de krant die al klaar lag. Daar zat hij dan achter
wanneer de thee kwam en hij ‘dank je’ bromde.
Alles in huis hield de adem in totdat er tafel werd gedekt. Dan was hij voldoende van zijn werk losgekomen om gepraat, geklets en gegiechel van de kinderen te kunnen verdragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten