Al ruim vijf jaar terroriseert een moordenaar de inwoners van Chicago. Zijn modus operandi is altijd dezelfde: hij straft zondaars door hun kinderen te ontvoeren. De volgende dag ontvangen de ouders een pakketje met daarin een oor. De dag daarna volgen de ogen. Ten slotte de tong.
Wanneer op het lichaam van een verkeersslachtoffer een -pakketje met een afgesneden oor word gevonden, weet -detective Sam Porter twee dingen: 1) Dit is de moordenaar die hij zoekt, 2) hij heeft 72 uur om het laatste slachtoffer te vinden, de vijftienjarige Emory, voor zij aan uitdroging overlijdt. Op het lichaam van de moordenaar wordt ook een dagboek aangetroffen dat Emorys locatie prijsgeeft. Maar iets blijft aan Porter knagen. Was de aanrijding wel een ongeluk? En is de overleden man inderdaad de seriemoordenaar, of loopt de echte killer nog vrij rond?
De boodschap is, zoals bij de drie aapjes, duidelijk: "Hoor, zie en spreek geen kwaad'. Rechercheur Sam Porter wordt door zijn collega's Norton en Nash gebeld met de melding dat zich een dodelijk busongeval heeft voorgedaan waarbij het slachtoffer, naast een luguber pakketje met een oor, ook in het bezit is van een dagboek waarin hij zijn motieven verklaart. Duidelijk de seriemoordenaar. En dan dient ergens nog een meisje in leven te zijn. Case closed zou je denken. Tenminste als de man van het ongeval de seriemoordenaar is. 92 korte hoofdstukken en een epiloog belichten afwisselend het verhaal vanuit de visie van "het dagboek', Porter en het slachtoffer Emory. De ontknoping komt pas in het laatste hoofdstuk. Gruwel, geweldscenes, martelmethodes worden de lezer niet gespaard. Wordt vervolgd. Eerste in het Nederlands vertaalde roman van de Amerikaanse auteur (1971).