Hij komt terug, altijd...
De engheid is van hoog niveau, de hoofdpersoon ondoorgrondelijk. Lekker lezen dus.
In een appartement in Oslo wordt een dode man gevonden. Bij het openen van de vrieskist in zijn keuken doet de politie een vreselijke ontdekking: het slachtoffer blijkt een tot dan toe onbekende grafschenner te zijn en hij bewaarde er zijn trofeeën.
Enkele dagen later vraagt een Duitse collega Joona Linna om hulp bij het onderzoek naar een campingmoord bij Rostock. Joona ziet een patroon opdoemen dat weliswaar krankzinnig is, maar dat hij onmogelijk kan negeren. Sommigen zouden van een wonder spreken als iemand terugkeert uit de dood - anderen van een nachtmerrie.
Lars Kepler (pseudoniem van het Zweedse schrijversechtpaar Ahndoril) bewijst met "Lazarus' maar weer eens tot de absolute top van de Scandinavische thrillerauteurs te behoren. Na het debuut "Hypnose' (2009), volgden "Contract',' Getuige', "Slaap', "Stalker' en "Jager', allemaal met inspecteur Joona Linna in een (hoofd)rol. Diens ergste nachtmerrie lijkt nu waarheid te worden als seriemoordenaar Jurek Walker toch niet dood lijkt te zijn en het net zich om Joona en zijn dochter Lumi lijkt te sluiten. Kepler is extreem goed in het oproepen van sferen of dat nu een treinstation of de Scandinavische natuur is. De beschreven methodes om te kwellen en te doden, zijn niet voor lezers met een zwakke maag. Dit is een pageturner vanaf de eerste regels. Het is niet nodig om de titels in volgorde van verschijning te lezen, maar na deze wil de lezer ze wel allemaal lezen. Voor een breed thrillerpubliek.