Met bonzend hart sta ik op de pont achter het Centraal
Station te wachten op de overtocht.
Zou het lukken, zou ik eindelijk een eigen stek krijgen na
drie jaar overal en nergens op af te zijn geweest? We zijn op de brommer, mijn
schoonvader en ik, op weg van West naar Noord. In Nieuw Nieuwendam wordt
gebouwd. Mijn vriend zit op de grote vaart en heeft zijn vader gemachtigd om te
tekenen. Zal ik nu eindelijk de deur thuis uit kunnen en een eigen plek krijgen
zonder ruzie en drukte…
Wij rijden rustig naar de Meeuwenlaan, de Waddenweg af het
bouwgebied in. Ik zou willen racen, maar hij blijft altijd rustig.
Bovenover 141 is het adres waar we gaan kijken. De flat is
kakelvers en nog nooit bewoond geweest. Een echte flat, met grote ramen, een
balkon, twee kamers, keuken, badkamer èn wc.
Mogen wij nu een klein beetje geluk hebben. De huur is
reusachtig, onze ouders liggen ervan wakker, maar wij denken het te kunnen
redden.
Ik zie niet dat de buurt niet af is, dat er nog niet zoveel
winkelaanbod is. Er staan geen bomen en de bestrating is nog niet op orde.
Er zijn meer kijkers, kapers op de kust. Ik kan ze wel
wegkijken, die mensen die aan ‘mijn’ keukenkastjes zitten en uitgebreid op
‘mijn’ balkon staan te kijken.
Mijn schoonvader heeft de woning goedgekeurd, ik wil alleen maar.
Teruggekomen het formulier meteen ingevuld en op de bus
gedaan. Nachtenlang lig ik wakker en maak berekeningen en richt de flat in en
droom van een gezamenlijke toekomst.
Vanaf mijn werk bel ik iedere dag mijn schoonouders om te
vragen of er al bericht is. Ik hoop toch zo dat het doorgaat. Ik kan niet
langer zo thuis wonen.
Dan valt bij mijn schoonouders de envelop van de
woningbouwvereniging op de mat.
Op 1 mei 1970 begint mijn eigen woongeschiedenis in het Plan
van Gool in Noord.
Eindelijk op mezelf.
©Hannie Stork
Gepubliceerd op de OBA site als winnaar van de schrijfwedstrijd 100 jaar OBA, maart 2019.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten