De vrouw in de spiegel
Ik maak ze allemaal af. Vandaag nog, met vergif. Ik wil rust!
Staand voor de spiegel zie ik een rustige gedisciplineerde vrouw met een alledaags uiterlijk. Keurig gekleed, een vrouw die haar leven keurig op een rijtje heeft. Mijn donkere, lastige haar ziet er zowaar redelijk uit. Mijn donkere kant wil er zo graag uit, maar dat kan niet dat mag niet.
Mijn verwardheid, chaos en boosheid, de angst om me te laten gaan. De kwelling om de schijn op te houden, om rustig te lijken.
Ik kan mijzelf niet eens recht in de ogen kijken. Mijn leven is een leugen. Mijn uiterlijk is een leugen. Het dagelijks leven een dwangbuis.
Waarom doe ik het niet? Een maaltijd met toevoegingen. Wat houd me tegen?
Opnieuw kijk ik in de spiegel en zie een uitgeputte huisvrouw die wanhopig probeert om de controle te houden, om alles goed te doen.
Die man en kinderen voor haarzelf laat gaan. Als bij toeval is het even rustig in huis. Het werk is gedaan. De kinderen nog niet thuis. De spiegel in de gang heeft mijn blik gevangen en daar sta ik dan.
Kijkend naar mijzelf realiseer ik mij dat de dwang die ik voel mij niet wordt opgelegd. De drukte en het werk leg ik mijzelf op. Ik realiseer mij dat de druk niet van buitenaf komt om een ‘goede’ vrouw te zijn en schrik van die gedachte.
Het is of er iets van mij afvalt. Er borrelt een gevoel op dat ik vergeten was.
Ik mag er ook zijn. Ik was een compleet persoon en dat wil ik weer worden.
In de spiegel glimlacht mijn beeld nog niet, maar de grauwheid van mijn gedachten neemt af. Ik moet meer voor mijzelf opkomen, meer ruimte nemen en iets gaan doen wat alleen voor mijzelf is.
©Hannie Stork