De tekeningen zijn meer dan goed, het verhaal verwijst soms wat oubollig naar feiten uit de tijd dat het deeltje uitkwam. Het is duidelijk belgisch, voor sommigen een pré, voor andere een twijfel.
Aan het begin van dit verhaal zit Canardo met een weinig motiverende missie opgezadeld: hij moet enkele weken op zijn neefje Marcel passen, die een fan is van Toto de Tandbaars, de hoofdrolspeler van een tekenfilm en bijbehorend videospel, die zijn geïnspireerd op het tragische lot van een met uitsterven bedreigde diersoort: de roodgestippelde tandbaars. Gaap, gaap...
Maar blijkbaar kan niemand zijn noodlot ontlopen: op het tropische eiland Koedoelia – waar de tandbaars het liefst verblijft – is zojuist de echtgenote van een Belgamburgse onroerendgoedbaron ontvoert. Canardo wordt door de autoriteiten uitverkoren om dit smerige zaakje op te lossen – in het geniep uiteraard... En ziedaar de reden dat de buitenissigste detective ter wereld, immer vergezeld van de kleine Marcel en bij 38 graden in de schaduw, tijdelijk zijn tenten opslaat in Koedoeland, het paradijs van de roodgestippelde tandbaars...